VEB.net maakt gebruik van cookies om het gebruiksgemak van de website te verbeteren. 

Per 1 september heeft Simone Huis in ’t Veld afscheid genomen als ceo van Euronext Amsterdam. René van Vlerken volgde haar op. In een dubbelinterview kijkt Huis in ’t Veld terug en blikt Van Vlerken vooruit.

Een paar weken voor het afscheid van Simone Huis in ’t Veld van Euronext Amsterdam, gingen de beurzen wereldwijd hard onderuit. Het was geheel in lijn met de vijf turbulente jaren voor het beursbedrijf met de brexit, de coronacrisis, hard oplopende rentestanden en een groot aantal nieuwe noteringen.

Als topvrouw van Euronext Amsterdam was Huis in ’t Veld ook bestuurder bij Euronext NV. Dit moederbedrijf van de Amsterdamse beurs werd in die periode in omzet een stuk groter en in activiteiten een stuk breder. Met twee petten op blikt Huis in ‘t Veld terug. Tegelijk kijkt René van Vlerken, sinds 1 september haar opvolger, vooruit.

1: Hoe staat de Amsterdamse beurs ervoor na vijf jaar Huis in ‘t Veld?
“We hebben er de afgelopen vijf jaar 51 beursnoteringen bij gekregen. Daaronder zijn veel grote bedrijven, wat ertoe heeft bijgedragen dat de marktwaarde van alle bedrijven samen is verdubbeld tot 1.6oo miljard euro. Als ik kijk naar de handel, dan zijn de volumes toegenomen en hebben we tegelijk ons marktaandeel kunnen behouden.”

2: De coronacrisis was ook voor de beurs een grote gebeurtenis. Hoe heeft u die ervaren?
“In de dagen na aankondiging van de eerste lockdown waren de handelsvolumes en de beweeglijkheid van de koersen enorm. Voor het team dat toezicht houdt op de markt was het alle hens aan dek. Als de markt heel onrustig is, worden heel veel circuit-breakers in werking gesteld en kunnen er rare dingen gebeuren. Wij moeten dan onder andere eventuele marktmanipulatie in de gaten houden. Ik ben er trots op hoe we dat als bedrijf hebben gedaan. Op het moment dat de markt ons het meest nodig had, hebben we laten zien dat we ons huis op orde hadden.”

3: Eind 2021 viel het stil met beursgangen. Waren de laatste jaren daardoor saai?
“De markt voor beursgangen maakt natuurlijk een golvende beweging, en 2021 was inderdaad een piekjaar, maar het draait voor ons niet alleen om beursgangen. De kapitaalbehoefte die bedrijven daarna hebben en die zij willen vullen met obligaties of opvolgende aandelenemissies is even belangrijk. Er is hier ook altijd van alles te ontwikkelen. We zijn heel druk geweest met introductieprogramma’s voor kleinere bedrijven die misschien in de toekomst naar de beurs willen. Dat doen we nu negen jaar en er hebben al bijna duizend bedrijven meegedaan waarvan er zo’n dertig naar de beurs zijn gegaan. Daarnaast doen we veel lobbywerk om de politiek uit te leggen hoe belangrijk de beurs is voor de Nederlandse economie.”

4: Wat waren voor het Europese moederbedrijf de hoogtepunten?
“Toen ik binnenkwam, hadden we net de beurzen van Oslo en Dublin overgenomen. Daarna kwam de overname van Milaan. Dat ging niet alleen om de beurs, maar ook om een handelsplatform voor obligaties, een groot clearinghouse voor de afwikkeling van transacties en een effectenbewaarinstelling. Onze inkomsten zijn daardoor nu veel meer gespreid en veel minder gebaseerd op handelsvolumes. We zijn erin geslaagd om al die beurzen goed te integreren en daarmee kosten te besparen. Dat alles is te zien aan onze aandelenkoers, die het afgelopen jaar zo’n 50 procent is gestegen.”

5: Wat betekent een grote overname zoals die in Italië voor de positie van Euronext Amsterdam binnen de groep?
“Je zou kunnen zeggen dat de taart groter wordt en ons puntje dus wat kleiner, al zijn we op basis van marktwaarde nog steeds de tweede markt binnen Euronext. We kunnen klanten in Amsterdam daardoor ook veel meer toegevoegde waarde bieden. Met Italië erbij wordt de handel groter en wordt ons orderboek voor Amsterdamse investeerders interessanter. Daarnaast kunnen we ook nieuwe producten in Amsterdam aanbieden, zoals afwikkeling van transacties.”

6: U noemde lobbyen als belangrijk onderdeel van het werk. Wat is nu het grootste aandachtspunt voor de politiek?
“Als Nederlandse bedrijven hier naar de beurs gaan en hier groeien, dan groeit het midden- en kleinbedrijf daaromheen. Dat is belangrijk voor de economie in het algemeen. Door brexit hebben we een enorme groei meegemaakt. Een internationaal bedrijf dat een notering in Europa wil, kijkt nu naar Amsterdam waar dat in het verleden misschien Londen was. Het imago van de Amsterdamse beurs is enorm gegroeid, maar om dat zo te houden, hebben we wel bestendig overheidsbeleid nodig. Bij de begrotingsbehandeling vorig jaar kwamen er ineens amendementen naar voren over de dertigprocentregeling voor expats en de belasting op aandeleninkoop. Dat is niet goed voor het vestigingsklimaat. Ik hoop dat het nieuwe kabinet daar verstandige keuzes in maakt.”

-------

Opvolger René van Vlerken is geen nieuwkomer bij Euronext. Sinds 2018 was hij als Head of Listing verantwoordelijk voor de beursnoteringen in Nederland, Duitsland en Centraal- en Oost-Europa.

Begin augustus zakte de AEX in een paar dagen met bijna 10 procent. Hoe kwetsbaar is de beurs?
“Geopolitieke ontwikkelingen geven veel onzekerheid, maar als ik kijk naar bedrijfswinsten, de ontwikkelingen inzake fusies en overnames en het feit dat investeringsfondsen weer behoorlijk wat geld ophalen, dan denk ik dat we mogen spreken van optimisme in de kapitaalmarkt.”

1: Hoe staat het ervoor met nieuwe beursgangen?
“Bij bedrijven is er wel interesse om naar de beurs te gaan. Dat zien we in de beursgangprogramma’s die we doen. Tegelijk lopen we nog op vrij dun ijs. Grote institutionele investeerders zijn optimistisch, maar ze willen de garantie dat er altijd voldoende handel zal zijn om hun portefeuilles in balans te brengen als het niet goed gaat. Ze zoeken aandelen die dat bieden.”

2: Hoe ver zijn de bedrijven in die pijplijn?
“Dat zijn met name bedrijven die tussen de twee en vijf jaar van een beursgang zitten. Ze hebben het besluit nog niet genomen, maar willen weten wat het betekent om beursgenoteerd te worden. Het gaat bijvoorbeeld om familiebedrijven met een opvolgingsprobleem of een financieringsbehoefte. Of het gaat om start-ups en snelgroeiende, jonge bedrijven. Die laatste groep is er nog lang niet, maar wil wel al weten wat een beursgang inhoudt om dat met huidige investeerders te bespreken.”

3: Veel bedrijven die van de beurs verdwijnen, komen in handen van private equity, investeringsfondsen. Ziet u die als concurrent of als partner?
“Als ik kijk naar de grote internationale beursgangen van de afgelopen tien jaar, dan was een groot deel daarvan eerder eigendom van private equity. Zo bekeken is het een belangrijke partner, naast een belangrijke concurrent. Dat laatste is wel minder dan vijf jaar geleden, omdat het verschil in waardering met de beurs is geslonken door het oplopen van de rentes. Vijf jaar geleden klotste het geld tegen de plinten en was private equity bereid vooral voor techbedrijven heel forse prijzen te betalen. Toen de rentes opliepen, zijn ze in een keer op de rem gaan staan.”

4: Uw voorganger zei in een interview onlangs dat er binnen Euronext een verdeling is op welke sectoren de beurzen in de verschillende landen zich richten. Welke plek neemt Amsterdam dan in?
“Het unieke van Euronext is inderdaad dat we specialismen hebben ontwikkeld en bedrijven een optimale toegang tot kapitaal kunnen bieden. Dat venten we niet hard uit, maar in gesprekken proberen we altijd uit te zoeken welke markt het beste past. Als het een biotechbedrijf is, zou ik Brussel voorstellen, voor een luxebedrijf: Parijs. Alles wat met technologie te maken heeft, vindt eerder zijn weg naar Amsterdam.”

5: U zet ook in op notering van Oost-Europese bedrijven. Wat is voor een Pools bedrijf het voordeel van Amsterdam ten opzichte van de beurs in Warschau?
“Ons internationale karakter. Waar wij heel erg afhankelijk zijn van buitenlands kapitaal, is Polen heel erg afhankelijk van lokaal kapitaal. Een internationaal bedrijf met wereldwijde ambities zoals Inpost, zoekt een platform dat daarbij past. Daarbij speelt de historie en traditie van Nederland als internationaal opererend handelsland een rol, net als factoren als het ondernemingsklimaat en het fiscaal beleid.”

6: Hoe belangrijk zijn particuliere beleggers voor Euronext Amsterdam?
“Voor kleine, jonge bedrijven op de beurs zijn particuliere beleggers hard nodig. Dat is voor ons dan ook een heel belangrijke doelgroep. Wij proberen beursgangen te democratiseren. In plaats van het uitsluiten van particulieren ten tijde van een beursgang, willen we ze actiever laten deelnemen. Voor een deel kan dat met opleidingen en voorlichting. Dankzij de Listing Act, nieuwe Europese regelgeving, zullen particulieren daarnaast gemakkelijker toegang krijgen tot interessante beursgangen.”

7: Er is ook een waarderingsgat tussen grote bedrijven, large caps, en kleine bedrijven, small- en midcaps. Wat kan Euronext Amsterdam daaraan doen?
“Dat is een van de grootste zorgen van mijn voorganger Simone Huis in ‘t Veld en een zorg die ik overneem. We moeten zorgen dat we de beurs vitaal houden voor kleinere bedrijven. Wij hebben als Europese beurzen heel actief gelobbyd en dat heeft geresulteerd in de Listing Act. Tegelijkertijd moeten we zorgen dat er meer Nederlands kapitaal deelneemt in Nederlandse mid- en smallcaps.”

8: Hoe kunt u dat voor elkaar krijgen?
“Dat zou bijvoorbeeld kunnen met oprichting van een fonds dat wordt gesteund door een aantal institutionele investeerders. Dat kan dan participeren in nieuwe noteringen, maar ook in bestaande beursfondsen. Als een bedrijf als Avantium een aandelenemissie doet, kan dat fonds optreden als hoeksteenbelegger. We moeten in Nederland de pensioenfondsen, verzekeraars en familiekapitaal zien te activeren. Dat is een van de belangrijkste opdrachten de komende jaren.”

Dit artikel is verschenen in Effect 9, september 2024
Auteur: Djaja Ottenhof
Fotografie: Sander Stoepker


VEB-lidmaatschap
Nog geen VEB-account?
Voor toegang tot de volledige website dient u een VEB-lidmaatschap aan te houden en in te loggen. Indien u lid bent, maar nog geen account heeft kunt u ook klikken op ‘inloggen’ en daarna een account aanmaken.
Meer infomatie over het VEB -lidmaatschap